Man over boord manoeuvre

De man over boord manoeuvre (ook wel: MOB) verschilt natuurlijk per situatie, maar bestaat uit een aantal stappen die in ieder geval gezet moeten worden. In dit geval gaan we uit van een MOB op open water, overdag en onder zeil.

Man valt over boord

  1. Roep "Zwem!" of "drijf!".
    Een drenkeling vergeet soms te zwemmen.
  2. Gooi, indien binnen handbereik, iets drijvends als een stootwil achter de drenkeling aan. Tijdens een oefening hoef je dit niet te doen, dan moet je namelijk opeens twee drijvende voorwerpen ophalen. Laat wel zien dat je deze stap niet vergeet.
  3. Zorg ervoor dat iedereen aan boord weet dat er een man overboord is.
    Dan zullen alerter zijn en sneller handelen.
  4. Delegeer minstens één iemand om permanent naar de man te wijzen en diegene niet uit het oog te verliezen.
    Deze persoon mag geen andere taak krijgen.
  5. Delegeer iemand naar de marifoon om op kanaal 16 de nooddiensten op te roepen.
    Voor een MOB mag je een mayday oproep gebruiken. Geef hem een zo accuraat mogelijke positiebepaling mee, zodat de hulpdiensten weten waarheen ze moeten komen.
  6. Zet de motor aan
    (dit is een belangrijke reden om tijdens het zeilen altijd de motorsleutels buiten te hebben)
  7. Delegeer iemand om de grootschoot helemaal strak te zetten, maar laat het grootzeil verder staan.
  8. Loef op tot aan de wind
  9. Ga overstag, en laat iemand tijdens de overstag de fok (snel) strijken.
    Hierbij hoeft er niet aan buikentouw of fokkeschoot getrokken te worden, omdat de fok tegen de mast aan hangt. Als niemand dit veilig kan, doe het dan zelf. Zolang de fok bak staat zul je ver afvallen.
  10. Neem het roer over van de roerganger.
  11. Motor zo snel mogelijk naar een punt direct bovenwinds van de drenkeling.
    Een veelgemaakte fout in deze fase is om te hard te varen, waardoor je doorschiet voorbij de drenkeling. Het is beter om 10 seconden later aan te komen en zeker te weten dat je er komt, dan te hard gaan en dan nog een keer moeten proberen. Laat tijdens het motoren ondertussen iemand het zwaard ophijsen (optioneel), de EHBO-doos pakken en de warmtedeken pakken.
  12. Als je bovenwinds van de drenkeling bent, kenter je naar de drenkeling toe.
    Gebruik gas voor- en achteruit om te zorgen dat je precies bij je drenkeling uitkomt.
  13. Als je nog erg ver verwijderd bent en de ruimte hebt om een stuk naar de drenkeling toe te motoren, doe dit dan.
    Kenterend heb je erg een lage snelheid. Zorg er wel voor dat de snelheid uit de boot is als je eenmaal bij de drenkeling bent.
  14. Als je vlakbij de drenkeling bent, zet je de motor uit.
    Dit voorkomt dat er ledematen in de schroef komen. Alleen stationair gas is hierbij niet voldoende!
  15. Haal de drenkeling binnen met 3 man, via het achterschip.
    Probeer de drenkeling horizontaal uit het water te tillen, gebruik eventueel een pikhaak of een lijn met lus aan het eind.
  16. Verzorg de drenkeling.
    Bij onderkoeling: thermodeken en slaapzakken. De drenkeling mag alleen thee als hij/zij het zelf vast kan houden. Probeer ook de verzorging van de drenkeling te delegeren, indien mogelijk.
  17. Geef het door aan de KNRM/reddingsbrigade als je de drenkeling binnen boord hebt.

Onthoud daarbij:

  • Het duurt lang voordat redding van KNRM of reddingsbrigade aanwezig is. Reken op minimaal 20 minuten. Dat betekent dat je tot die tijd zelf moet zorgen voor je drenkeling.
  • Delegeer de communicatie met de buitenwereld (via marifoon of mobieltje) naar 1 persoon. Kies hiervoor bij voorkeur iemand die duidelijk praat en (ongeveer) weet hoe de marifoon werkt.

Het is de taak van de schipper om tijdens de MOB overzicht te houden en taken te delegeren. Probeer zo min mogelijk zelf te doen, behalve dat de schipper aan het roer staat vanaf de overstag.

< Onderbemand overstag | ^ | Aanleg & afvaart op zeil >

Recent Changes | Edit Bar | Edit Page | History | Security
Powered by PmWiki