Uitgebreide haveninformatie van Deense havens (maar wel in het Deens) via https://www.danskehavnelods.dk/
In het Deense gedeelte van de Oostzee zijn enorm veel eilanden. Behalve de allerkleinste zijn ze goed bereikbaar per botter. Voor ons zijn vooral de zuidelijke eilanden van belang:
Prachtig eiland. De moeite waard om rond te fietsen. Er zijn drie havens:
Dit eilandje ligt op een half uurtje varen vanaf Årøsund op de vaste wal, de veerboot vertrekt op lukrake tijden zonder enige waarschuwing. Het eiland zelf is rustig en heeft zelfs een openlucht poolbiljart, ook de brandweerkazerne is een must-see!
Vrij groot eiland, door een smal fjord gescheiden van het vasteland. Aan het Als fjord zijn er wat kleine fjordjes en baaien die de moeite van het verkennen waard zijn.
In de noordwesthoek van Als ligt een vertakkend fjordje wat erg mooi is. Het leidt naar Dyvig aan de noordelijke tak en Mjels aan de zuidelijke tak. Bij het binnenvaren moet je door een smalle, betonde, doorgang. Houd hier (ook met Trui!) de groene kant (buitenbocht) van de geul. De zandbank in de binnenbocht maakt het daar lokaal erg ondiep.
De zijtak naar Mjels is betond met oranje en groene mega stootwillen. De geul is erg smal, maar er is wel wat ruimte buiten. Pas op in het midden van het meer ligt een grote bult. In de jachthaven is plaats genoeg voor Trui. Toiletten en douches (muntjes) in de kampeerboerderij. Water en elektra op de steigers. Er is ook een brood-service (aanrader)!
Aan de andere kant van de dam ligt de Mjels Sø, vroeger een polder, tegenwoordig weer water en natuur. Uitleg in het Pumpehus.
Enkele grotere havens:
Klein stadje aan een diep fjord. Vrij grote jachthaven met goede voorzieningen.
Veerhaven voor Fyn, met daarnaast de jachthaven, gelegen aan de oostkust. Weinig plek voor Trui, maar het past wel. Een winkeltje is in de buurt, je kunt in de haven tanken. Ten zuiden van de haven is een strandje. Het oord voelt verder als een vakantieopslagplaats voor Duitsers.
Voormalige(?) Veerhaven voor Ærø. Valt weinig te doen, maar er is een fraai vissershaventje met kleine vuurtorens als havenhoofden.
Geen supermarkt in de buurt. Bij de haven hoort een camping, de receptie is ook restaurant en snackbar. De havenmeester zingt overdag schlagers voor een feesttent met 60+ers en speelt trompet bij zonsondergang.
Bij de driesterren wc-ruimte hoort een slechtweeraccommodatie met electrisch fornuis, oven, kookspullen, tafels en stoelen. Douchen 10dkk, 3 minuten.
Stroom en water gratis op de steiger.
Grote havenstad aan het Als fjord. Afmeren kan aan de kade tussen het Fort en de brug en ten noorden van de brug. De sanitaire voorzieningen zijn matig.
De Kong Christian X Bro over het fjord verbindt beide stadsdelen. Deze brug moet open voor Trui. Een bord geeft aan wanneer de volgende opening plaats vindt. De lichten werken anders dan in de rest van de wereld. Bij vijf lampjes mag iedereen doorvaren.
Het treinstation bevindt zich net over de brug op de westelijke oever.
Het is er waarschijnlijk goed stappen.
Barsø is een klein eilandje in de Kleine Belt voor de ingang van de Genner Bugt. Er is een haven annex steiger aan de westkant van het eiland, waar ook de veerboot landt. Op de veerdam is geen plaats naast de veerboot. In de haven zijn aan de oostkant 6 boxen voor passanten. Trui past overdwars in de buitenste 3 boxen of op de steiger richting wal. Wel elektra, geen water op de steigers. Toiletten op de wal. Verder geen voorzieningen.
In de naastgelegen baai kun je ook mooi ankeren.
Op het eiland zijn veel wandelpaden die goed aangegeven zijn met bordjes. Een wandeling naar het hoogste punt (+39m) levert een mooi uitzicht op over het eiland en de omgeving.
Birkholm heeft een kleine haven die in het zomerseizoen vaak vol is, kom je te laat, dan moet je buiten de haven voor anker.
Femø heeft een mooie jachthaven en er zijn meer mensen die dat weten. Ook deze haven is in de zomer vaak vol. De havenmeester kent weinig Engels, maar met het museumbordje aan de mast kun je zelfs bij het bordje 'verboden aan te leggen' blijven liggen.
Fyn is één van de grootste eilanden. Het kost je vier à vijf dagen om er omheen te varen. Bijzonderheden bij zo'n tocht zijn onder andere het fjord bij Fredericia, het fjord bij Svendborg, de Støre Belt-brug, Odense en Korshavn, het kleine haventje aan de noord-westpunt van het eiland.
Douchen, stroom, water met speciale kaart.
Heel veel kwallen in de lagerwal hoek van de haven.
Langwerpig eiland aan oostkant van Fyn.
Havens:
Grootste stadje van Langeland, naast de brug (26m doorvaarthoogte) naar Fyn. Goed inkopen doen. Heeft soort van museumhaven in haven tussen handelshaven en veerhaven, met houtwerkplaats.
Vrij groot eiland dat tegen de westkant van Falster? aan ligt.
Ten zuidoosten ligt een groot windmolenpark waar je tussendoor kan zeilen. Er is een officiele geul doorheen, het is even zoeken maar er staan echt bakens langs de geul (en bij de ingang, dus). Op zich is het imposant, de windmolens zijn best groot en het zijn er een stuk of 100, maar als je er niet rap doorheen bent wordt het snel saai. Tip: mocht je toch op de onofficiele route door het park heen gaan (geen idee of het diep genoeg is, raadpleeg je kaart en meetgereedschap), kom dan niet te dicht in de buurt van de 'paddestoel', dat is het transformatorhuisje en regelstation. Daar kan men wel eens nerveus van worden.
Er zijn meerdere havens maar hier is een begin:
De aanlegmogelijkheden op dit eiland zijn beperkt, het is wel goed mogelijk om vlakbij de haven voor anker te gaan en met klein Truitje of opblaas Truitje naar de wal te pendelen. Leuk om even rond te lopen, maar koffie drinken kun je beter aan boord doen.
Het eiland Møn ligt aan de rand van Denemarken, het klif aan de oostelijke punt is een echte aanrader.
Als je ergens verwaaid moet liggen, doe het dan hier. Rondom de haven kun je lekker zwemmen en je kunt gemakkelijk een zeebanket bij elkaar vissen: Mosselen kun je rapen op het uitgestrekte ondiepe deel langs het eiland, alikruiken op de stenen en garnalen vindt je vooral tussen de waterplanten aan de kademuur. Met het garnalennet vang je vooral krabben en kwallen. Er zijn ook uitgebreide barbecue voorzieningen, met barbecues en picknicktafels.
Zwemdouches, water en elektra op de steigers. Overig sanitair aan het begin van de haven. Naast het sanitairgebouw kun je brakke groene fietsen lenen om het eiland te verkennen. De enige kroeg, die op de camping sluit om 19:00u. Er is blijkbaar een buurtsuper, stel je er vooral niets van voor.
Aan de westkant, bij de molen is ook een kade. Er staat echter maar 60 cm water, daar kun je dus niet komen.
De haven was gesloten in 2006, het sectorlicht deels uitgeschakeld. We moesten uitkijken voor suicidalen zonder ankerlicht.
Inmiddels is de haven weer open, en er is heel veel ruimte. Tientallen ligplaatsen, en ze zijn bijna allemaal vrij. Niet vreemd als je bedenkt dat het havengeld voor een boot van 10-15 meter 50 euro per nacht is.