Het Noord-Friese Wad

Noord-Friesland is het vreemdste maar ook mooiste stuk van de Waddenzee. Er zijn heel veel eilanden en eilandjes, waarvan het grootste deel ook nog bewoond en toegankelijk is. Bijzonder is dat er aan de noordzeekant een rij van twee bewoonde en drie onbewoonde eilanden ligt, die op het eerste gezicht veel lijken op gewone waddeneilanden. Daarachter liggen nog meer eilanden, waartussen diepe geulen slingeren. Tien van deze eilandjes hebben niet of nauwelijks een zeewering, het zijn Halligen. Dit gebied is ontstaan doordat stormvloeden het kweldergebied achter de strandwal kapot hebben geslagen. De meeste eilanden zijn dus resten van de kwelder.

De route erheen: van Büsum langs Eiderstedt naar de Noord-Friese eilanden

Om bij de Noord-Friese eilanden te komen moet je langs het grote schiereiland Eiderstedt. Deze tocht begint meestal in Büsum, hoewel je hem ook in tweeën kunt knippen. Je moet in totaal vijf zeegaten oversteken, zonder dat je achter eilanden kunt schuilen. Het is dus belangrijk rustig weer te hebben. Een drie uit westelijke richting is geen probleem. In 2003 hebben we op de heenweg een NW 3 gehad, op de terugweg een ZW 4 die afzakte naar een ZW 2-3. Let ook op de golfhoogte bij Helgoland: deze geeft info over de deining die je kunt verwachten. In 2002 hebben we zonder een zuchtje wind over deining van 0,5-1 m gemotord, en dat is geen probleem maar ook geen pretje.

Vanuit Büsum neem je even voor HW de Norderpiep. Met afgaand water steek je naar buiten, en gaat west van de plaat Blauort omhoog (het wantij van Blauort is alleen te doen met een zeekano). Je komt twee geulen tegen die leiden naar de Eidermonding; in de eerste zit een klein wantij, de tweede is diep. Bij de Eider begint Noord-Friesland. In de Eidermonding ligt een stormvloedkering. Hierachter ligt Tönning?, een fraaie havenstad. Voorbij de Eidermonding ligt de beroemde badplaats Sankt-Peter-Ording. Dit is de ZW-hoek van Eiderstedt. Je komt nu heel lang geen tonnen meer tegen, je kunt je het beste oriënteren door te peilen op de vuurtorens:

De vuurtoren van Sankt-Peter-Ording

De vuurtoren van Westerheversand (foto's gejat van leuchturm-atlas.de)

Verder naar het noorden kom je rode tonnen tegen die leiden naar een inham met een haventje: De Tümlauer Bucht. Deze ligt ten zuiden van de vuurtoren van Westerheversand. Er is echt alleen maar een plek om je boot aan vast te knopen.

Voorbij de Vuurtoren van Westerheversand begint het eilandenrijk van Noord-Friesland. Je kunt er voor kiezen om het eerste zeegat in te gaan. Je gaat dan onder Südfall en Nordstrand langs richting Husum. Als je één gat verder naar binnen gaat, de Norderhever, kun je direct naar Pellworm.

In beide gevallen heb je de vloed nodig om naar binnen te komen: je vaart deze route dus altijd van HW tot HW. Omdat vaak één HW in het donker of schemering valt, moet je dus kiezen welk deel je in het donker vaart. Nu is het zo dat ten noorden van Eiderstedt alle vuurtorens van zo zeldzaam vernuftige sectorlichten zijn voorzien, dat je zonder massieve mist niet kunt verdwalen. De Norderpiep heeft vooral onverlichte tonnen. Je kunt dus het beste ten noorden van Eiderstedt in het donker varen.

De terugweg: van Pellworm naar Neuwerk

In 2005 de terugtocht als volgt gemaakt:

Hoogwater in Pellworm, rond 6 uur 's ochtends, HW op Neuwerk rond 17.30. De wind NW, rond 6 uur 2 bft, al snel wat krimpend en toenemend naar 3 bft en vanaf een uur of 10 af en toe 4 bft.

Op HW uit Pellworm vertrokken, ontbeten terwijl we het geultje uitvoeren, vervolgens op de Norderhever met de kluiver erbij 8 knopen gevaren. Westelijk van de Innenquage overgestoken naar de Suderhever. Bij de ton SH8 besloten om iets W van Z over de Rochelsteert heen te varen aangezien er geen golfoploop of branding bovenop stond.

Vervolgens via de verkenningstonnen van de Eider, Norderpiep, Suderpiep en Norderelbe, aangehouden op de paal BK-Z van de Elbe?, om het Grosser-Vogelsand vrij te varen. De Elbe overgestoken en rond 14.00 in het geultje naar de haven van Neuwerk vrij ver naar binnen geankerd om te wachten op voldoende hoog water.

  • De voorspelling van de golfhoogte voor Helgoland was rond 1 meter richting NW.
  • Door de WNW wind konden we de hele route tot het invaren van de Elbe halve wind varen, gemiddeld 6 knopen op GPS, tot 10 à 11 uur zelfs boven de 7 knopen gemiddeld. Hierdoor hadden we weinig last van de deining, we surfden er langzaam over heen. De golven namen nadat we het zeegat bij pellworm uit waren gevaren langzaam toe van 0,5 tot ruim 1,5 meter bij de invaart van de Elbe. Op halve wind met voldoende snelheid was het echter uitstekend te doen. Eenmaal gedurende de tocht viel de wind gedurende 1 à 2 minuten weg, waardoor we er gelijk achter kwamen dat de snelheid van de botter tov de golven het verschil maakt, we begonnen gelijk te rollen en te stampen. Na 1 minuut de motor erbij, toen was het geklots vrijwel direct weer over. Na nog een minuut kwam de wind weer terug en kon de motor weer uit.
  • Vervelendste deel van de tocht was de invaart van de Elbe, na het oversteken draaiden we voor de wind, waardoor de snelheid wegviel en we erg vervelend lagen te rollen op de achterop komende golven. Met de motor erbij was het echter redelijk te doen.
  • We hebben met opzet de route zo gekozen dat we telkens de verkenningstonnen binnen zichtafstand zouden passeren, om bij verslechterend weer, makkelijk naar binnen te kunnen.
  • De eb levert ook op zee tot 3 à 4 uur na hoog water redelijk wat stroom mee op. Hierdoor konden we de eerste paar uur lekker opschieten en waren we rond 9.15 uur al bij de verkenningston van de Eider en hadden we rond 10 uur de verkenningston van de Norderpiep dwars.

Eilanden

Recent Changes | Edit Bar | Edit Page | History | Security
Powered by PmWiki