De Waddenzee is het grootste en moeilijkste deel van ons vaargebied. Het is ook erg mooi en interessant. Het valt grofweg uiteen in zeven delen: het westelijke en oostelijke deel van het Nederlandse Wad; het Wad van Oost-Friesland; het Wad tussen Jade en Elbe; het Wad van Dithmarschen; het Noord-Friese Wad; het Deense Wad. Een fraaie overzichtskaart vind je hier.
Dit loopt van Den Helder tot aan Lauwersmeer. Het heeft vier grote, bewoonde eilanden en een handvol onbewoonde kleintjes. Kenmerkend is dat het tij nog niet zo groot is, typisch 1,5 - 2 meter. Er zijn veel diepe geulen, meestal kun je van haven tot haven varen zonder een wantij over te moeten steken. De eilanden behoren tot de grootste van het hele Wad. Op het vasteland zijn vier havens: Den Helder, Den Oever, Harlingen en Lauwersoog.
Dit loopt vanaf Lauwersmeer tot aan de Eems. Er is één bewoond eiland (Schiermonnikoog) en vier onbewoonde eilandjes (Simonszand, Rottumeroog, Rottumerplaat, Zuiderduintjes). Dit stuk Wad is een stuk rustiger dan het westelijke deel. Er is meer tij, typisch 2 - 2,5 meter, oplopend tot 3,5 meter in de Eemsmonding. Er zijn veel meer ondiepe geulen en wantijen. Op het vastland zijn weinig havens: Noordpolderzijl, de Eemshaven (waarvan het niet de bedoeling is dat je er met een botter invaart) Delfzijl, Termunterzijl en Nieuwe Statenzijl.
Dit is het eerste stuk van het Duitse Wad. Het loopt vanaf de Eems tot aan de Jadebusen. Er zijn zeven bewoonde eilanden en nauwelijks onbewoonde. Aan de kust liggen veel haventjes, onder elk eiland één, plus nog wat haventjes in de Eemsmonding en in de Jadebusen. Er zijn twee grote havens: Emden en Wilhemshaven. Het tij is hier in de orde-grootte van 3 - 3,5 meter. Er zijn weinig diepe geulen; je moet veel wantijen oversteken, maar deze liggen zo dicht bij elkaar dat twee of drie stuks in één tij meestal geen punt is.
Tussen Jade en Elbe is het heel rustig en stil, behalve bij de Wesermonding, door al het verkeer van Bremerhaven en Bremen. Aan de kust liggen slechts een paar kleine haventjes, die soms echter verrassend gezellig kunnen zijn. Er liggen een paar prutseilandjes, waarvan er slechts één bewoond is. Toch valt er veel te zien, niet alleen natuur, maar ook bijvoorbeeld de oude vuurtorens die langs de Wurster Arm staan. De Elbe zelf is een gigantische rivier met bijbehorende scheepvaart en havens. Het tij is typisch 3,5 - 4 meter. Veel wantijen, ondiepe geulen.
Dithmarschen ligt tussen de Elbemonding en de Eidermonding. Het is niet zo'n groot gebied. Er zijn niet veel havens en één onbewoond eiland. Er zitten wel een paar verdomd lastige stukken bij, vooral bij Friedrichskoog is het een doolhof. Tij is typisch 3,5 - 4 meter
Het Noord-Friese Wad begint bij de Eidermonding en strekt zich uit tot en met Sylt. Het is een bijzonder en fraai eilandenrijk waar veel te beleven valt. Het kost wel wat moeite om zover te komen. Veel eilanden, voor een groot deel bewoond en toegankelijk. Weinig havens op de vaste wal. Veel diepe geulen, ondiepe havens. Tij is typisch 3 - 3,5 meter.
Het Deense Wad is nog niet door Trui bezocht.