Nadat wij Johan uit de tent hadden gesleurd, was het tijd weer verder te gaan met het afwerken van de boot. Als erkende schoonheidsspecialisten zijn wij te werk gegaan.
Zo hebben Diede en Wouter gepekt. Eerst werden de naden aangeslagen en daarna opnieuw gepekt Diede en Wouter kwamen tot de conclusie dat je bij pekken altijd een extra hand nodig hebt. Je hebt namelijk altijd een spatel (1), een brander (2) en een pekvoorraadhouder (lepel of plankje) (3) nodig. Waar Wouter koos voor 1 en 3 koos Diede voor 1 en 2.
Kees was ondertussen bezig met het verbouwen van het vooronder. Wat daar binnen precies gebeurde was voor de buitenstaanders wat onduidelijk. In de praktijk kwam het er op neer dat Kees probeerde de maten- en schipperskooi om de nieuwe inhouten heen te vormen. Deze waren nogal dik.
Eduard heeft gepoogd een kaarsrechte waterlijn te trekken. De huidige waterlijn ligt lager dan de vorige, die altijd omhoog kruipt, en lijkt, afgezien van een klein golfje, bijna recht. De nieuwe kluscom (Johan) plaatste ondertussen wat extra bouten in de boot (en lijmde bijna zijn mond aan elkaar door zijn bebloede vinger met lijm in zijn mond te steken).
Aan het eind van de dag was het tijd voor de crème de la crème: twee laagjes lijnolie. Vanavond is Joram ons komen versterken. Het leverde in ieder geval bier en zakken chips op en morgen hopelijk ook nog wat nuttigs voor de boot.