Het Wad van Dithmarschen begint bij de Elbemonding, en loopt tot de Eidermonding. Havens zijn er vrijwel niet. In het zuiden ligt aan de Elbemonding Brünsbüttel, waar het Kielerkanaal begint. Iets naar het noorden ligt het kleine vissersplaatsje Friedrichskoog. Nog verder naar het noorden begint de Meldorfer Bucht. Hieraan ligt, midden in het niets, Meldorfer Sporthaven. Aan de noord-westelijke hoek van de Meldorfer Bucht ligt Büsum, dat weer wel een grotere stad is met zelfs een heuse museumhaven. Er is slechts één eiland: Trischen.
Het Wad van Dithmarschen wordt gekenmerkt door modderige, slingerende en vaak ondiepe geulen. Aan de dijken liggen brede kwelders. Trischen was tot 1943 bewoond, nu is het alleen toegankelijk voor één enkele vogelwachter. Ernaast ligt een booreiland.