Breeuwen is onze manier van het waterdicht maken van het schip.
De huidplanken (gangen) van de botter zitten vrij netjes tegen elkaar, maar niet strak genoeg om het geheel waterdicht te maken. Om dit toch voor elkaar te krijgen maken we steeds aan de buitenkant van de naad een iets grotere V-vormige groef, waar we vervolgens breeuwsel inslaan. Dit breeuwsel, of harpluis zoals het eigenlijk heet bestaat uit repen vlas behandeld met houtteer om het tegen rot te beschermen. Dit breeuwsel zorgt ervoor dat er geen water binnen kan komen, als extra voorzorg, bescherming en afwerking smeren we de rest van de groef in met een pek of kit.
''Let wel, ik zeg nu steeds pek, maar pek is vaak niet wat we gebruiken. We gebruiken de originele pek en marineglue, dit vaste spul moet je eerst smelten voor je het kan verwerken, en kan je vervolgens als het mooi stroperig is met een plamuurmes verwerken. Ook gebruiken we Shell Tixophalte, een zwarte bitumen kit die je zo uit de spuit kan knijpen. Dit droogt wel lastiger uit en plakt minder goed op een nattige gang, maar is wel elastischer en makkelijker te verwerken. Ik zal 'for now' voor alles pek zeggen.''
Hoe gaat dit alles in z'n werk?
Allereerst moet je natuurlijk weten wanneer te breeuwen. Soms zal je na een restauratie hele stukken hout nieuw moeten breeuwen, meestal zal je oude naden waar het breeuwsel uit verdwenen en/of verrot is moeten opkalefateren. Een huidelijk voorteken dat een naad wel eens opnieuw gebreeuwd zou mogen worden is als de peklaag los begint te laten of gaten heeft, dan is alles erachter al ruim in contact met water geweest. Je kan ook naden die je niet vertrouwd even voorzichtig inprikken met een klein puntig schroevendraaiertje om te kijken of er uberhaubt nog breeuwsel achter zit. Dit gat moet je dan wel in ieder geval weer dichtsmeren. Als het breeuwsel rottig is kan het vervangen worden. Nat breeuwsel hoeft niet per definitie vervangen te worden. Als een naad wel open ligt (geen/los pek) maar het breeuwsel is nog wel in goede staat kan je meestal volstaan met het weghalen of aanslaan van het oude pek en er een nieuwe laag overheen smeren. Als je eenmaal een naad hebt gevonden om te vervangen kan je beginnen met de oude troep eruit te halen. Doe dit met een uithaalijzer of een kromgesmede en tot uithaalhaakje vermaakte schroevendraaier. Zorg dat je alle oude pek/breeuwsel eruit krijgt, als het breeuwsel er niet uit wil is dat meestal een indicatie dat de naad helemaal niet vervangen hoeft te worden. Laat vervolgens de naad goed drogen of help met de gasbrander. Werk ook netjes aflopend de eindjes af. Niet recht afkappen, het zou zonde zijn als je nu net een nieuwe naad hebt gemaakt met daarnaast een dikke spleet...
Breeuwen zelf moet je maar op de helling leren.
Met de breeuwijzers sla je de hennep in de naad. Een aantal van onze ijzers hebben als smidsteken "- X -" dit zijn ijzers gemaakt door een kleine Deense smederij (volgens Wim "Vagn Maare", maar dat is niet te vinden op internet) en deze ijzers zijn ook te bestellen via Toplicht.de. Ze zijn van zeer goede kwaliteit en werken het beste
Onze andere ijzers zijn van Duitse makelij en van mindere kwaliteit. De kop is vaak stukgeslagen en ze werken ook minder fijn.
Voor het pekken zijn nodig: handschoenen, plamuurmessen en oude krabbers, gaasbrander, verfafbrander, pek(frituur)pan, blikjes en pek of marine-glue. Zet de pekpan aan en wacht tot de pek voldoende vloeibaar is, regelmatig roeren helpt hierbij. Met de thermostaat knop is het mogelijk om de dikte van de pek enigzins te regelen, bedenk wel dat de thermostaat naar beneden toe bijstellen slechts langzaam effect zal hebben omdat eerst pek en olie af moeten koelen (van max 220-230oC tot 190-200oC). Is de pek naar wens, doe deze dan in een schenkblik met tuitje. Dit schenkblik kun je van een oud blik maken door er met een tang een tuitje aan te knijpen. Loop naar de naad en laat de pek via het tuitje in de naad lopen. Zit er voldoende pek in de naad, laat deze dan een beetje afkoelen, todat de pek dikker, maar nog niet hard is. Krab het restant van de pek er met een krabber af. Deze methode werkt alleen als een naad liggend is. Voor een staande of een op z'n kop liggende naad( bijvoorbeeld van het vlak) moet de pek er met een plamuurmes in gedrukt worden. De rest gaat hetzelfde als hierboven. Vooral onderwater is het belangrijk dat de peknaad niet onder het schip uitsteekt. Is dit wel het geval dan kan deze eruit gedrukt worden als het schip eens aan de grond loopt en heb je een lek.
De brander dient ervoor om de pek in het blikje heet te houden en om de pek dit in de naad zit, maar al te veel is afgekoeld om te krabben, weer heet te maken. Dit heet maken moet je met beleid doen, wordt de pek te heet, dan loopt hij weer uit de naad of het hout brandt in.
Probeer nooit met pek boven je hoofd te werken, maar altijd naast je, kan dit niet anders, doe dan een pet of muts en veiligheidsbril op. Hete pek veroorzaakt nogal vervelende brandwonden (vraag Wiecher) en gestolde pek in je haar is ook niet alles.
De laatste tijd worden de staande naden en op z'n kop liggende naden ook met Tixophalte dichtgesmeerd. Tixophalte is een goedje dat dakdekkers ook gebruiken en kan met de kitspuit worden aangebracht zonder het te verwarmen (alleen als het heel erg koud is, is verwarmen wel handig). Tixophalte blijft echter elastischer en zachter dan pek en slijt daarom sneller en is dus niet geschikt voor bijvoorbeeld de kimnaad of de naden van het voordek. Bovendien is het niet authentiek.
Het kan soms nodig zijn om ergens blik over heen te zetten. Daarmee zorg je dat de naad achter het blik beter beschermd blijft. Eerst breeuw je de naad zoals normaal. Daarna knip je met een blikschaar het koper dat op de naad moet op de juiste afmetingen. Het handigst is om er nu al vast gaten in te slaan voor de spijkers. De gaten moeten klein zijn en een afstand hebben van een duim van elkaar en van de rand.
Vervolgens sla je het koper terwijl je het tegen de boot houdt in de juiste vorm (1 iemand slaan en een ander vasthouden). Als het in ruwweg de juiste vorm zit plak je met veel tixophalte dakdekkersleer aan het koper. Als je stroken gebruikt kun je deze met een brander verwarmen en aan elkaar smelten.
Op het dakdekkersleer spuit je heel veel tixophalte zodat dit straks in alle gaten zit. Het hele pakketje zet je nu op de naad en duw je in de juiste vorm. Aan 1 kant maak je dit nu vast met een paar koperen spijkertjes, liefst met een brede kop. Bij de kimnaad is dit bijvoorbeeld het handigst aan de bovenkant. Vervolgens werk je langs de zijkanten met een paar spijkertjes naar beneden. Daarna sla je terwijl alles nog niet volledig vastzit het koper in de juiste vorm tegen de boot zodat aan alle kanten tix onder het leer vandaan komt. Nu kun je de onderkant vastzetten, alles nog eens goed aanslaan en de overige spijkers vastzetten.
[update] Dakdekkersleer is leuk, maar tix is voldoende. Het doel is het water weghouden en water komt niet door tix heen. Het koper houdt de tix op z'n plek. Koper kan je in verschillende diktes halen, ik raad 1 of 2 mm dik aan. 2 mm dik is 2 keer zo duur, maar kan beter tegen een stootje, want het is 2 keer zo dik. 1 mm dik is goedkoper en makkelijker in vorm te boetseren.
Over in vorm boetseren gesproken, de manier van het blik tegen de boot aan krijgen. Je moet er dus op letten dat er overal genoeg tix zit. Meer tix meer beter. Wat ook belangrijk is is dat er niet nog ergens een luchtbel in de tix verstopt zit. Deze gaat anders proberen naar buiten te komen en als dat lukt is je tix lek. Als je je koper aan 1 kant vast heb zitten moet je dus vanaf die kant verder werken (zoals hierboven beschreven), maar je moet ook vaak genoeg vanaf het midden naar de buitenkant het hele blik beslaan. Verder is een blikschaar natuurlijk hartstikke leuk, maar je kan ook gewoon een ijzerzaagje decoupeerzaag ding gebruiken en zo in een keer hatsratsbam iets op maat krijgen.
Benodigd gereedschap: de relaxte hamer (die grote die geen vuistje is), een normale klauwhamer, een priem. Met de priem kan je, wanneer nodig, de gaatjes (die je als het goed is van tevoren in het koper hebt gemakt) groter maken. Koperen spijkertjes zijn leuk, maar ook naar. Ze gaan nogal snel krom. Maar meestal gebeurt dit alleen maar als het gaatje te klein is. Als het goed is wordt alles een grote tixbende, dus als er een klein beetje speling tussen het gaatje en het spijkertje zit maakt dit niet heel erg veel uit (ookal heb je het het liefst natuurlijk niet). De normale hamer gebruik je om de spijkertjes er in of er uit te krijgen. De relaxte hamer gebruik je om alles in vorm te krijgen.
Koper is duur. Vet focking taffes duur. Meet dus even of wat je nodig heb en haal dat. Als je echt haast hebt ligt er een plaatje in het klushok, maar als je geen haast heb wil je het doen met zo veel mogelijk op maat koper. Scheelt waarschijnlijk een paar tientjes.
Laatste ding, doe dit op een dag dat je veel opgebouwde frustraties heb. Het is heel veel zwaaien met een grote hamer, daar wordt je blij van. Laat vervolgens iemand anders het gereedschap schoonmaken want alles zit onder de tix. Als in, als je het ergens tegenaan drukt blijft het plakken (als dit niet zo is heb je te weinig tix gebruikt). Als je dit zelf doet heb je je frustraties weer terug. Wel is het liever om het zelf te doen.
Oja, echt laatste ding. Gebruik geen messing spijkertjes met koperen plaatjes. Dit schijnt te gaan redox reactie dingessen waardoor alles van je boot af valt. [/update]
Bedenk dat dit alles veel tijd kost en dat je een stuk hout permanent achter blik zet. In theorie kan er geen water bij, maar als dit wel gebeurt kan het erachter gaan rotten en zie je dat niet. Zet dus niet zomaar ergens blik op.
Gebruik als het even kan geen staal maar koper. Staal roest in een aantal jaar weg en dan valt je naad eruit. Messing kan ook maar het is veel harder dan koper en daardoor moeilijker in de juiste vorm te slaan.
http://home.hccnet.nl/s.gerritsen/techniek/breeuw1.htm
< Krabben | ^ | Lijnoliën en Harpuizen >