Zodra het schip op de helling ligt, moet het afgespoten worden. Dit kan het beste als de schuit nog nat is, dan gaat de aangroei er het makkelijkste vanaf. De kaarplaten moeten eerst van het schip (alhoewel er tegelijkertijd kan worden begonnen met het afspuiten van de boeg) en haal vervolgens de schuimblokken uit het achterste ruim. Bij het spuiten moet een niet al te hoge druk gebruikt worden, anders spuit je alle naden open. Gebruik een spuitnippel met een platte straal. Deze moet je speciaal aan de hellingbaas vragen omdat deze wat gevaarlijker is dan de ronde of roterende straal. De hogedrukspuit is dus ook geen speelgoed!

Ga je spuiten trek dan een zeilpak aan je wordt erg nat! (en vies) De bunplankjes kunnen het beste op het plaats blijven liggen, anders zit het hele schip onder de modder. Schep/trek zoveel mogelijk met de daarvoor op de helling aanwezige tools de modder uit de bun voor je gaat spuiten, dit scheelt aanzienlijk in de tijd. Spuit vervolgens al het zand uit de bun (pas op voor vallende bierflesjes, bestek gereedschap en andere ellende. De groene drap moet overal van het onderwaterschip af.

Neem de tijd en moeite om zorgvuldig te spuiten en alle aanslag te verwijderen, dit scheelt aanzienlijk in de tijd van het schoonkrabben van het onderwaterschip. Het is echter niet de bedoeling dat alle teerlagen van het onderwaterschip verdwijnen. Vergeet niet de binnenkant van de bun, het roer en de kaarplaten van binnen en buiten schoon te spuiten.

Het is ten strengste verboden om smerig water of slib in de haven te dumpen! Schuif het allemaal in de goot van de helling en zet dan de afvoerinstallatie aan (in de kast met oranje zwaailicht). Zorg wel dat er genoeg water bij zit, anders heb je een goot vol zand wat je leeg moet scheppen.

< Volgorde van klussen tijdens de hellingbeurt | ^ | Krabben >