Het gebeurt soms dat Trui snel de helling op moet. Een portomonneevriendelijke oplossing biedt de helling in het Zuiderzeemuseum. In principe kun je de boot hier zelf hellingen. Overleg wel altijd eerst met Meindert de Boer of een andere beheerder van het museum. Je hebt ten minste 4 mensen nodig en meer is beter. Het kost ongeoefend ongeveer 4 tot 6 uur om de helling op te komen en 10 minuten om er weer af te komen.
Gebruik je verstand en blijf altijd goed opletten. Als iets extreem veel moeite kost doe je waarschijnlijk iets fout en mogelijk sloop je iets.
De uitleg hier wordt begonnen met het eindresultaat en daarna zullen alle stappen van begin tot eind worden uitgelegd.
(opklikken voor groot)
Deze helling is een langshelling. Het schip komt dus langsscheeps uit het water. Het staat daarbij op een slee onder de kiel en op een balk onder één van beide kimmen. Onder de andere kim komen een paar blokjes. Om ervoor te zorgen dat de boot ook weer van de helling af kan moet er geen opwaartse kracht van het water meer zijn. Ze moet dus geheel uit het water getrokken worden. (We zijn door schade en schande wijs geworden. Echt doen.)
De boot ligt in principe stil door wrijving maar voor de zekerheid wordt ook een ketting om de haak van de slee gelegd. Het stoptouw ligt ook strak belegd om de mast en op de kaapstander die niet in het midden staat.
Op enig moment in dit proces heb je de volgende materialen nodig. Ze liggen in, of bij, het hellinghuisje. Vraag een medewerker van het museum.
In november 2012 is deze stap deels voor ons gedaan door de heren van het museum. Ik heb het echter wel zien gebeuren in Workum. Het komt neer op een boel gepruts onder water tot het goed zit. Als je niet getraind bent gaat dit lang duren en tot enige frustratie leiden. De slee is de balk die iets langer is dan de boot. De haak komt vooraan en het eind met een loodblok komt achter het roer. Er zitten 4 touwen aan. Die komen uiteindelijk op beide voorbolders en beide korvijnagels. Beleg eerst de touwen aan één zijde van de boot met voldoende speling. duw vervolgens met een lange pikhaak vanuit een roeiboot de slee onder de kielbalk en beleg de touwen aan de andere kant. Maak daarna de touwen dusdanig korter dat de slee strak en recht onder de kielbalk komt. Check dit met een pikhaak. Als de slee recht zit moet je het roer fixeren met 2 stokken met een scherpe punt daaraan (een soort tentstokken). Die liggen waarschijnlijk in de kelder van het hellinghuisje. Sla ze met een vuistje in de slee. Zorg dat ze zo dicht mogelijk tegen de kielbalk aanblijven. Pionier ze boven het helmhout aan elkaar met een soort achtvormige sjorring, zonder het helmhout mee te nemen.
De kimbedden, de twee grote balken die naast het middenbed liggen moeten voor Trui ongeveer een meter van het middenbed af liggen. Je kunt ze verschuiven met de grote smeedijzeren breekijzers. Smeer flink veel vaseline (uit het blik van de helling) op de drie bedden. Eventuele beschadigingen verdienen extra smeer.
Wikkel de staalkabel van de lier een eind af en leg deze via het kleine wieltje op de oude vervallen lier en via de enkele schijf op het eind van de hellingbaan naar de waterlijn. Leg daar ook het beweegbare blok van de helling klaar maar scheer dit nog niet in. Leg ook de smeedijzeren trekstang klaar met het oog naar beneden.
Het is belangrijk dat de boot recht voor de helling ligt op het moment dat er gelierd wordt. Vanaf de lier is het een beetje te zien maar vanaf de top van de helling kun je het best zien of de boeg en de mast in lijn met de helling zijn. Je kunt de oriëntatie van de boot met een touw op het remmingwerk aan de bakboordzijde van de helling en met bomen achterop vrij precies regelen. Houdt rekening met de wind. Communicatie van de mensen op de kant is hierbij erg belangrijk.
Als de boot enigzins recht voor de helling ligt kan iemand in een waadpak met de pikhaak de lus van de staalkabel om de haak van de slee leggen. Diegene moet ook checken of de slee recht onder de kielbalk zit. Hij kan ook de boot zijwaarts op zijn plek duwen. Het is belangrijk dat de kop goed op het hellingbed komt want anders trek je jezelf vast in de steentroep op de bodem.
Als de staalkabel op zijn plek ligt en de boot recht voor de helling kan één persoon beginnen met lieren. In het begin hoort dit vrij licht te gaan. Persoon twee blijft checken of de boeg echt op het hellingbed ligt. Als duidelijk is dat de boot goed de helling op gaat kan persoon twee helpen lieren.
Op het moment dat het met twee personen niet meer lukt om de boot omhoog te krijgen is het tijd om het bewegende blok in te scheren. Je kunt rustig de staalkabel van de slee af halen. Op dit moment ligt de boot heel erg vast. De staaf met de haak en het oog komt met zijn oog op de slee. Het blok komt met zijn beweegbare beugel om de haak. Scheer nu het blok in. De kabel gaat eerst onderaan door de onderste schijf; Dan bovenaan door de onderste schijf; Dan onderaan door de achterste schijf; dan de middelste bovenaan dan de middelste onder; de bovenste boven; de bovenste onder; dan gaat de lus om de paal. Let goed op slijtsporen. Mijn geheugen hoeft niet per sé perfect te zijn. Smeer de blokken eventueel met WD40 o.i.d.
Lier nu de boot verder omhoog. Als de voorkant van de slee een eindje boven water is moet de smeedijzeren trekstang er tussenuit gehaald worden. De boot blijft nu gewoon liggen. Je kunt dus eenvoudig de kabel ontspannen de trekstang weghalen en het blok op zijn nieuwe plek leggen. Als je dit niet doet zul je merken dat het blok op de kommetjes van het middenbed blijft haken.
Dit is ook het moment om te checken of de kimbedden goed liggen. Ze horen ongeveer 25 centimeter binnen het buitenste stuk van de kimnaad te blijven. Bereid ook een slijtplankje voor. De helling heeft hiervoor een specifiek vrij glad plankje met een touw eraan. Dit kun je op de voorbolder beleggen. Als de boot boven de kimbedden terecht gaat komen zal ze "een kant gaan kiezen." Dit kun je een beetje sturen door zware dingen aan één kant te leggen.
Lier nu door tot je bijna blok op blok bent. Als het goed is kun je nu de ketting die bovenaan het hellingbed ligt om de haak leggen en dicht maken met een harp. Doe dit nu nog even niet.
Beleg eerst het stoptouw, of remtouw, met een paalsteek om de mast en vrij strak op de achtkantige paal die iets naast het hellingbed staat. Dit kan goed met drie wikkelingen en dan een slag om het staande part, gevolgd door een mastworp, maar iedere andere knoop die met veel wrijving kan slippen, maar wel vast blijft zitten voldoet ook. Nu kun je het blok van de slee afhalen en de ketting daarvoor in de plaats leggen.
N.B. De boot blijft in principe liggen door zijn statische wrijving, ook zonder touwen en kettingen. Neem echter het zekere voor het onzekere. Het is zonde om je uren lierwerk in 10 seconden prematuur het water in te zien schuiven.
Zet als laatste een paar stammetjes, blokjes en wiggen onder die zijde van de boot die nu niet ondersteund wordt door een kimbed.
Nu is het klaar. Ruim de rommel op, scheer het blok uit en ga het klusje doen waarvoor je de helling op ging.
Zorg dat alles aan boord en op de helling opgeruimd is en er geen gekke stroomkabels of andere dingen meer meer de boot onbedoeld met de kant verbinden. Er moeten ongeveer twee mensen aan boord zijn om de boot weer aan de kant te bomen. Leg een dommekracht met een paar grote houtblokken tussen de slee en de paal op het hellingbed. Fixeer dit met een touw. Haal alle blokjes, maar niet het slijtlatje onder de boot weg. Geef het stoptouw ongeveer twee scheepslengtes ruimte. (Hier zijn twee technieken voor. In Workum laten ze het touw geheel slippen in plaats van het eerst vrij te laten uitlopen.) Eén à twee personen moeten de boot met het stoptouw rustig afremmen als die in het water ligt. Haal nu de ketting weg. Draai rustig aan de dommekracht tot de boot wegglijdt. Vanaf het moment dat ze begint te glijden heeft ze ongeveer 8 seconden nodig om in het water terecht te komen. Dit gaat dus vrij vlot.
Maak nu de slee los, trek die er onderuit, ruim wederom de rommel op en ga lekker zeilen.