Een lijst met uitleg van specifieke klusjes die zo af en toe (tijdens de voorschipsrestauratie 2013) gedaan moeten worden
Accudeksel
Deel van de waterbalk vervangen
Dieseltank onderhoud
Koelspiraal lek
Scheur in zwaard
Slijtage beretand (door anker)
Helling af gaan na 3 weken waarvan 2 met temperaturen 30+
De bakboordberetand is tijdens de voorschipsrestauratie van 2013 vanwege stijtage door het anker vervangen. De beretand was aan de achterzijde tot halverwege de breedte van de beretand ingesleten, daarnaast waren direct naast de beretand een deel van het boeisel, berghout en slemphout uitgesleten en lokaal waren een aantal delen rot. In deze uitgesleten delen zijn klosjes gezet. Om toekomstige slijtage te voorkomen zijn ijzeren strips aangebracht.
De oude beretand was met 4 RVS-houtdraadbouten en een RVS-draadeind van ongeveer 25 cm. Vanwege de dikte van de beretand waren de bouten diep verzonken en was een verlengstuk nodig om ze los te draaien. De nieuwe beretand is op dezelfde wijze bevestigd als de oude. Nadat de beretand is verwijderd is het hout onder de beretand schoongekrabt om de staat van het hout te kunnen beoordelen. Uiteindelijk is besloten klosjes te zetten in het boeisel, berghout en slemphout. De slechte delen uit het slemphout en berghout zijn weggezaagd met een handzaag. Het stuk boeisel is losgebout en uitgebeiteld. Toen het stuk boeisel was verwijderd bleek er een flinke spleet tussen het berghout en krophout te zitten, daarnaast zijn aan de binnenzijde van het boeisel en berghout delen verrot, de rot is voor zover mogelijk verwijderd. Het krophout vertoonde ook enkele tekenen van rot, een van de houtdraadbouten om het vulsel in het boeisel vast te zetten kreeg geen vat, de rot is plaatselijk dus minimaal 10 cm diep.
Van het gat in het boeisel zijn de maten genomen en is een nieuw stuk met een zaagtafel uitgezaagd. Met behulp van een elektrische schaaf en flex met schuurschijf is het stuk op dikte gebracht en afgewerkt, en een krabber is het uiteindelijk helemaal glad gemaakt. Het vulstukje is met behulp van 3 120 mm houtdraadbouten en polyurethaanlijm vastgezet, hierbij is de spleet tussen het berghout en krophout ook zo goed mogelijk opgevuld met lijm.
Vervolgens is een opvulstukje gemaakt voor het berghout. Hierbij is met een zwaaihaak eerst de hoek van het gat gemeten en overgezet op een stuk eiken. Dit is uitgezaagd met de lintzaag. Het stukje is in het gat gezet en afgetekend en verder op maat gemaakt. Het vulhoutje is vastgezet met polyurethaanlijm en twee houtdraadhouten, een van 120 mm en een van ongeveer 60 mm. Vervolgens is het afgewerkt met een krabber.
Om het klosje voor het slemphout te kunnen maken moet eerst de nieuwe beretand worden geplaatst. De nieuwe beretand is gemaakt uit een stuk eikenhout van ongeveer 12 bij 50 bij 20 cm. Omdat de beretand zeer onregelmatig gevormd is, is het lastig de vorm te dupliceren. Om dit op te lossen is eerst gezorgd dat het nieuwe stuk hout op de juiste breedte is. Vervolgens wordt de oude beretand op het hout gelegd en overgetrokken, hierbij wordt erop gelet dat de grootste afmetingen worden afgetekend. Waar de beretand erg is weggesleten moet de oorspronkelijke vorm gerecontrueerd worden. Als de vorm is opgetekend wordt deze uitgezaagd met behulp van een lintzaag. Nu worden worden de schuine vlakken van de oude beretand opgemeten en overgetekend op de nieuwe ruwe vorm. Grote delen kunnen met de lintzaag of handzaag worden weggezaagd en verder op maat worden geschaafd met de elektrische schaaf. Kleine hoekjes worden weggebeiteld. Gekromde vlakken kunnen met een flex en lamellenschijf op maat worden geschuurd. Nu de beretand zijn ruwe vorm heeft wordt deze op zijn uiteindelijke plaats gezet en wordt afgetekend waar hij bijgewerkt moet worden om precies te passen. Hij wordt nu bijgewerkt met elektrische schaaf en beitel. Als de beretand goed past kan deze worden afgewerkt door hoeken af te ronden met een flex en schuurschijf, sporen van de lintzaag kunnen zo ook weggewerkt worden. Met een krabber wordt het geheel glad gemaakt. Nu kunnen de gaten voor de houtdraadbouten geboord worden. De contactzijden tussen de beretand en de boot worden ingesmeerd met tixophalte en de beretand worden vastgebout.
Er zijn als laatste de maten genomen voor het klosje in het slemphout. Hiermee is het klosje gevormd en geplaatst met een 120 mm houtdraadbout en polyurethaanlijm. Het klosje is afgewerkt met een krabber. De nieuwe stukken hout zijn voorzien van zo'n 5 lagen lijnolie en 2 lagen harpuis.
Om slijtage in de toekomst te verminderen zijn op de bovenzijde van het slemphout en boeisel en aan de zijkant van de beretand halfronde ijzeren slijtstrips geplaatst met tix en RVS-schroeven, deze zijn gemaakt van een oud stuk beslag van een zwaard en niet roestvast. Ze dienen jaarlijks met gekookte lijnolie te worden behandeld en eventueel roestvrij gemaakt. Er kan overwogen de strips in de toekomst te vervangen met RVS-slijtstrips. In het krophout was ook stukje uitgesleten, dit is tot op heden niet opgevuld en door het nieuwe vulhoutje in het boeisel vormt het nu een kuiltje waar mogelijk water in kan blijven staan. Dit kan misschien opgevult worden met een klosje of wat pek. Doordat alles weer gerecontrueerd is kan er in het hoekje tussen het slemphout, berghout en beretand wat water blijven staan, misschien kan er een manier worden gevonden dat dit kan afwateren. De harp dat het anker met de ankerketting verbind heeft een uitstekend pinnetje dat waarschijnlijk voor de meeste slijtage heeft gezorgd, als de harp kan worden vervangen voor een schakel die geen uitstekende delen heeft zou dit ook slijtage moeten schelen.
Door het stuurboord zwaard liep een lange scheur over bijna de gehele lengte van het zwaard. Om het zwaard te verstevigen, is er aan beide zijden van het zwaard een lat in de scheur gelijmd (lengte 2-3 m, breedte ±15mm, diepte ±15mm).
Aan beide zijden van het zwaard is een strook hout uitgefreesd in de richting van de scheur. Hiervoor is eerst een geleide lat op het zwaard geplaatst. Deze volgt (met lichte krommingen) precies het midden van de scheur.
Twee eikenhouten latten zijn vervolgens op maat gezaagd en geschaafd. De latten zijn precies op breedte geschaafd zodanig dat deze met lichte druk in de scheur past. Eerst is één lat in het zwaard gelijmd. Vervolgens is de scheur volledig opgevuld met lijm en is de tweede lat vast gelijmd.
De lat stak ongeveer nog een halve centimeter uit het zwaard. Daarom is tot slot de lat afgewerkt met de (elektrische)schaaf om het oppervlak van het zwaard glad te krijgen.
Het accudeksel bestaat uit 4 (bun)plankjes van dezelfde groote. De plankjes uit het accudeksel zijn gemaakt van de aanzaagdelen van de boomstam (27mm). De verwachting is dat deze plankjes licht zullen gaan bollen. Ze zijn zodanig gemonteerd dat de bolling aan de buitenzijde komt te zitten waardoor het (regen)water van het accudeksel af zal lopen in plaats van erop blijft staan. Ook de verbindende latjes (gerecycled uit het oude deksel) zijn een beetje bol.
Tussen de plankjes van het accudeksel is een gleuf gefreesd. In deze gleuf zitten 2 aluminium strips op elkaar (1 had ook gekund, maar er was geen aluminium strip verkrijgbaar met deze dikte). Het geheel zit met tixophalte aan elkaar.
De randen van het accudeksel zijn licht rond geschaafd en geschuurd. De plankjes zelf zijn ook geschuurd.
Bij het legen van de dieseltank om bij de koelspiraal daaronder te kunnen bleek er een aanzienlijke laag kek in de tank te zitten. De kek schijnt iets met het bijmengen van biodiesel door dieselboeren te maken te hebben. Hij moest schoon.
Mangatdeksel voor het eerst geopend sinds 2008-2009; kek eruit geschept; aansluitingen losgemaakt (allemaal verschillende Engelse maten. Theedrinken is blijkbaar slecht voor je.); alles goed schoongemaakt met wc-papier; buitenkant schoongemaakt met de staalborstel; nieuwe Al-anode opgelast; eerst veel lagen Epifanes multi-marine-primer, daarna 3* Epifanes mono-urethane; alle aansluitingen er weer in; losgeraakt filtertje teruggeplakt met beglazingskit (PU) op de aanzuigstijgpijp; mangatdeksel met de oude gegalvaniseerde bouten en baglazingskit (PU) ter afsluiting teruggezet.
De oude tankdop was versleten, daarom is er door Deetman een nieuwe dop speciaal voor ons op maat gemaakt.
Winter 16-17 is de dieseltank kaalgehaald en in de epoxy gezet. De lagen verf waren vooral op en onder de waterlijn stuk waardoor er water onder de verf kwam. Vermoeden is dat dit door de aanwezigheid van diesel kwam. Epoxy zou tegen water, lucht en diesel moeten kunnen, dus mogelijk gaat het nu nog langer goed.
De koelspiraal, bestaande uit 3 stukken 22mm waterleidingpijpen met een gezamelijke lengte van ongeveer 15 meter was op één punt doorgeschavield. Twee bochten hadden over elkaar geschuurd. Ze zijn allebei vervangen. Ook zweetten alle 3 de oude koppelingen. Voor het inzetten van de 2 nieuwe bochten waren 3 nieuwe koppelingen nodig. Nu zitten er dus 6 messing koppellingen (let op evt. ontzinken) in de spiraal. Op plekken die mogelijk gaan schuren zijn rubbertjes geplaatst. Die moeten bij het winteronderhoud gecheckt worden.
Al tijden lekten de deknaden onder de waterbalk. Maar deze zijn niet te breeuwen zonder de waterbalk weg te halen. Toen we dit deden in de zomer van 2013 bleek het stuurboorduiteinde van de waterbalk rot, maar voor de rest ziet de balk er nog goed uit. Ook de boordrand zelf is rot, vooral achter de waterbalk. Daar is verder niets aan gedaan behalve drogen en de gaten vullen met pek en tixophalte.
De waterbalk zit met draadeindes vast aan het dek (onder de doppen). Op deze draadeindes is een moer gelast. Eén draadeind aan bakboord zit ook door het zeilwerk en heeft ook een moer aan de onderkant. De waterbalk is ongeveer 6 cm breed en 15 cm hoog. Omdat er geen hout was waar dit meteen uit gehaald kon worden zijn er twee planken aan elkaar gelijmd en is dit door de diktebank gehaald totdat het iets meer dan 6 cm dik was en de lijmnaad in het midden zat.
Vervolgens is het rotte stuk uit de waterbalk gezaagd en is er een las gemaakt. Van de gelijmde plank is een stuk hout passend gezaagd en geschaafd. Omdat de waterbalk niet recht is moest er ook een kromming in geschaafd worden. Dit nieuwe stuk is er vervolgens aangelijmd en ook vastgezet met bouten. Aan stuurboord zitten nu 3 bouten van de bovenkant in de waterbalk: 2 alleen in de waterbalk en 1 ook in het dek. Ook vanaf de onderkant van de waterbalk zijn twee bouten geplaatst om de las aan te trekken.
Bouten aan stuurboord: buitenste dop is een fopdop, daarna de 2 bouten om de las aan te trekken en de vierde gaat door het dek. Zie de foto hieronder.
Tussen de waterbalk en het dek zit tix. De waterbalk moest met kracht op zijn plek geduwd worden voordat de bouten in de gaten konden worden gedraaid.
Als het schip langere tijd op het droge heeft gestaan is het normaal dat het hout uitdroogt. Daarom moet je voordat je het water ingaat alle naden langslopen. Overal waar je naar binnen kan kijken of de pek opengebarsten is sla je het aan. Daarna leg je een klein rupsje tixophalt in de naad dat je afsmeert met een natte vinger. (pro-tip: afwasmiddel)
Barsten in gangen kunnen ook opentrekken. Die trekken ook vanzelf weer dicht. Als het heel erg is kun je er wat tixophalt in smeren.
Als je nu het water in gaat blijken er allerlei naden toch te lekken of te zweten. Het meeste trekt weer dicht. Naden waarin echt geen breeuwwerk meer zit doen dat niet. Wacht dus een paar dagen af. (Die tijd heb je toch wel nodig om het schip weer in te richten.) \\
Als je echte lekken constateert zul je daar een list op moeten verzinnen. Als je erbij kunt kun je het (ook onder water) aanslaan en dichttixen. Als je er niet bij kunt zul je van binnenuit iets met plankjes, saladedeksels of stukken zwoerd moeten bouwen.
Dit is normaal.