Helling op

Helling op moet je een aantal dingen letten. Van belang is of de helling een langs- of een dwarshelling is. Langs wil zeggen dat de helling in het verlengde van de scheepsas loopt, dwars wil zeggen loodrecht op die as. Bij een langshelling wordt het schip langsscheeps goed gesteund over de hele lengte van de kiel. Bij een dwarshelling staan meestal verschillende wagens op een afstand van elkaar dwars op de scheepsas.

Als je helling opgaat, ben je er zelf verantwoordelijk voor dat het schip er goed op komt te staan. Bevalt het je niet als het schip omhoog getrokken wordt, zeg dit dan tegen de hellingbaas en overleg met hem. Ben je nog niet overtuigd, schroom dan niet de schuit er weer in te gooien en het opnieuwe te doen. Trui is immers een houten schip met een aantal zwakke punten. Ze heeft niet al te veel stijfheid inde lengterichting, de twee hoosghoten vormen zwakke punten en ze is nogal zwaar.

Als het schip voor korte tijd de helling op gaat is het handig om het hooswater van te voren uit het schip te halen. Moet het schip echter lange tijd de helling op, dan moet er juist water in het schip staan (voor en achter) om uitdroging te voorkomen. Er mag dan best veel water in het schip staan.

Als je verwacht veel drek in de bun te hebben (omdat je een tijdje stil hebt gelegen) is het handig om hier eerst een bezem oid doorheen te trekken. Laat het water lekker kolken en doen, dan gaat al de drek weer in het water zitten. Als je dan uit het water komt spoelt een groot deel er al uit, dat scheelt weer schep- en spuitwerk!

Een langshelling op

Er bestaan twee verschillende soorten langshellingen. Bij de ene wordt het schip op een wagen de helling opgereden (bijvoorbeeld bij 't Berghout), bij de andere wordt het schip op een soort slee gelegd die over de helling schuift (bijvoorbeeld Zuiderzeemuseum Enkhuizen). Het belangrijkste bij beide is dat het schip goed recht voor de helling ligt.

Een dwarshelling op

Bij de dwarshelling vormen een aantal wagens op rails de ondersteuning van het schip. Deze wagens moeten gelijktijdig opgetrokken worden. De schuit wordt alleen ter hoogte van de wagens gesteund. De wagens moeten dus niet teveel uit elkaar staan. Ga je een 'vreemde' dwarshelling op, bekijk dan goed de afstand tussen de wagens en schat in waar ze komen te staan onder het schip. Trui kan op twee wagens staan, maar meer is natuurlijk altijd goed. In ieder geval moet een wagen onder het zeilwerk komen te staan.

Bij de Koningspoort (Oude haven Rotterdam)

Normaal gesproken gaat de schuit in de Oude Haven in Rotterdam op de helling. Als de schuit erop gaat moet je erg goed op een aantal dingen letten:

  • Spreek een paar dagen van tevoren met de hellingbaas af hoelaat de schuit erop moet.
  • Zorg dat je op de zag zelf ruim op tijd bent om de motor van Trui te starten. Mocht deze het eventueel niet doen (bijna onmogelijk, maar toch) dan kun je het schip altijd nog van de ligplaats naar de helling bomen, jagen en trekken.
  • Kijk voordat je naar de helling vaart even hoe de stroom voor de helling langsloopt. Meestal gaan we er één of twee uur voor hoogwater op, dan zal de stroom van rechts naar links lopen, als je er heen vaart.
  • De stroom kan nogal sterk zijn, hou hier rekening mee! Het handigste is gezien de schroefwerking is om met de kop naar de spanjaardsbrug te gaan liggen.
  • De hellingbaas laat de wagens (twee is voldoende) naar beneden lopen (of dit is al gebeurd). De wagens worden als ze onder water verdwijen gemarkeerd door palen met diepte markeringen, hier kun je tegen de buitenkant aanliggen. Zorg dat je niet tegen de palen aanvaart, anders loop je het risico de wagen van de rails af te drukken!
  • De schuit moet op twee wagens staan. De plaats van de karren is belangrijk. De voorste wagen moet onder het zeilwerk staan. Zorg er in ieder geval voor dat de wagen niet te dicht bij de voorhoosgoot staat. De achterste wagen komt dan vanzelf op de goede plaats. Kijk voordat de karren onderwater gaan even waar de hellingkar zich ten opzichte van de paal bevindt.
  • Het is belangrijk dat het schip niet elk jaar op precies dezelfde plek op de hellingkar ligt, het liefst 15 cm verschoven ten opzichte van het vorige jaar. Anders ontstaan er twee stroken in het vlak die nooit geteerd worden, namelijk daar waar het op de hellingkar rust.
  • Als de wagens omhoog worden getrokken, moet je ervoor zorgen dat de afstand tussen de palen en de schuit niet te klein wordt, dus het liefst niet te strak tegen de palen aanliggen, dit is het handigste bij het werken aan de schuit en de wagens zijn toch breed genoeg. Zorg er in ieder geval voor dat de schuit recht langs de palen ligt.
  • Vergeet niet de motor uit te doen.
  • Vraag de helling baas meteen of de zwaarden en eventueel het roer van het schip afgetild kunnen worden, dit gebeurt met de kraan.
  • In 2016 stonden we met de achterste kar precies op de vingerling. Precies fout dus. De paal van de voorste hellingkar stond toen ongeveer 20 a 30 cm voor de waterbalk. Dit moet dus meer zijn.

Helling af

Als je een helling afgaat zorg er dan voor dat je ofwel de motor hebt gestart of je meerlijnen hebt klaargelegd. Zo heb je controle over het schip, zodra het gaat drijven. Je kan de motor ongeveer tien minuten laten lopen zonder water in de bun (koeling).

Kijk direct als het schip in het water ligt, of er spuiters of lekkers zijn. Je kunt dus beter de vlonders nog niet in het vooronder hebben liggen. Ook is het handig om de haspel naar de kant te laten lopen, je hebt dan elektriciteit en dus voldoende licht in het vooronder om naar lekken te speuren, als alles naar tevredenheid is trekt iemand op de kant de stekker eruit en rol je de haspel op.

Hier en daar een stroompje hoort er een beetje bij. Hout droogt uit waardoor het krimpt. Als het niet de lucht in spuit zal het meestal wel goed gaan. Het water trekt dan vanzelf weer in het hout en in de naad, waardoor het uitzet en waterdicht wordt. Denk wel goed na over waar het lekt. Stel je hebt ergens lopen beunen en het spuit er op die plek uit, bedenk dan nog even goed wat je daar gedaan hebt en of je er vertrouwen in hebt. Is het een plek waar je niks gedaan hebt, waarvan je weet dat hetvoordat je de helling op ging droog was, maar waar het wel er doorheen sijpelt? Kijk hier nog eens naar over een week ofzo, zal wel goed gaan. Denk ook na over wat voor weer het is geweest. Heb je een paar weken in een hittegolf gestaan? Je boot hoort er uit te zien alsof iemand er gaten in heeft geboort. Gaat wel goed(, maar hou het wel in de gaten). Pro-tip, als het even kan moet je in dan het water gewoon in de hoos laten staan. Het is best wel gaaf om te kunnen zeggen dat je na 2 weken op de helling staan heb moeten hozen omdat het geregend had. Helaas kan dit natuurlijk niet als je met carbo gaat spelen.

Zijn er ernstige lekkages, ga dan zonder pardon de helling weer op en voer één of meerdere noodreparaties uit. Eventueel uithalen, breeuwen en pekken/tixen maar wat ook goed werkt is met een breeuwijzer de slechte plek wat aanslaan en er pek of tix op smeren. Of een stukje triplex/drijfhout/saladedeksel insmeren met tix en dat er overheen spijkeren/tekkeren/ducttapen. Dan heb je een mooie tijdeliijke oplossing die mogelijk (zoals dat gaat met tijdelijke oplossingen) permanent blijken te zijn.

< Benodigdheden Hellingweek | ^ | Volgorde van klussen tijdens de hellingbeurt >

Recent Changes | Edit Bar | Edit Page | History | Security
Powered by PmWiki