Inleiding motorvaren

Wenken voor opleiding: het doel van motorvaren is veilig kunnen aanleggen en afvaren.

De theorie die op deze wiki staat is nuttig om te leren, maar als SIO moet je dit vooral veel oefenen in de praktijk. De termen schroefeffect, landvasten en voorspring (van de voorbolder naar achter) en achterspring (van de achterpen naar voren) moeten bekend zijn.

Algemene tips voor het aanleggen: Voordat je aan een aanleg begint altijd voldoende rubber ophangen op de plaatsen waar je verwacht de kant te zullen raken. Daarnaast is het altijd handig om een opvarende een mobiel rubber te geven. Leg altijd je plan uit, en delegeer de taken. Denk ook vantevoren alvast na over een plan B, voor het geval er iets mis gaat. Terugkeren naar de veilige situaties (kop recht in de wind of kont in de wind) is in zo'n geval altijd een goed idee. Let er ook op dat je het zwaard eruit haalt voordat je aanlegt, anders kan je het breken tussen wal en schip.

Starten, schakelen en lampjes

Nog toevoegen. Te snel schakelen levert pittige gesprekken met de kluscom op, het is beter om de gashandel 1 of 2 seconden in neutraal te laten voordat je doorschakelt. Zie ook http://bu130.nl/?n=Klussen.MetersEnLampjesDashboard voor lampjes.

Eenvoudige motoroefeningen

• Draaien, voor- en achteruit. Let hierbij vooral op het verschil in draaicircel, veroorzaakt door het schroefeffect.
• Kont en kop in de wind houden. Kop in de wind is moeilijker, en vereist constante aandacht, maar heeft als voordeel dat je minder ruimte nodig hebt om vol te vallen. De kop of kont in de wind zijn de twee veilige situaties, die je in principe oneindig vol kan houden (totdat de diesel op is).
• Heen en weer 'driften' met kop in de wind.

< Klaptopje | ^ | Keren in nauw water >