Hiervoor zijn in principe drie mensen nodig:
Taak 1 en 3 kunnen altijd gesplitst worden om het lichter te maken.
Gevaren: Zorg dat er tijdens het hijsen nooit iemand onder de giek of of onder de gaffel staat.
Soms wil je in een kanaal met ruime wind het zeil hijsen. Je kunt dan een opschieter maken om het grootzeil te hijsen. Als je echter flink wat wind hebt of in erg nauw vaarwater zit kan dit problemen opleveren. Als je de fok nog niet hebt gehesen is de boot erg loefgierig. De fok moet je dus zo snel mogelijk erbij hijsen (of eerst), om het werk van de roerganger te verzachten. Het helpt ook om het grootzeil snel uit te vieren, dit vergemakkelijkt het ook voor de mensen die hijsen. Het grootzeil mag niet zover gevierd worden dat het gaat killen, dit verplaatst het zeilpunt en de boot wil nog harder loeven.
Pas op dat de fok niet achter de zwaardbolder/beretand/oog vd kluiverpaal komt klem te zitten.