Zwemmen kan best, zolang het maar niet ergens bij een spui is of ergens anders waar het relatief hard stroomt (dus ook niet achter een snel varende boot). Als mensen gaan zwemmen als de boot erg langzaam vaart of je ligt voor anker op een plek met weinig stroom, zorg dan dat je altijd een lange landvast achter de boot hangt met een stootwil eraan. Niet alleen kunnen mensen zich eraan vasthouden, het geldt ook als een grens, verder weg mogen ze niet zwemmen. Laat ook altijd iemand aan boord op de zwemmers letten. Vergeet niet om ook de landvast weer binnen te halen voordat je de motor gaat gebruiken, anders is de kans groot dat je je landvast in de schroef krijgt.
Knoop als je voor anker ligt een willetje aan de achterkant van de ankerlijn zodat je in geval van nood de ankerlijn los kan gooien. Pas ook op voor kwallen. In Denemarken geldt: de blauwe kwallen (de meeste dus) zijn ongevaarlijk, de rode kwallen prikken wel.
< Varen op het Wad | ^ | Zwaardje hangen >